Middelen verbieden is noodzakelijk om onze biodiversiteit op peil te houden. Maar van de teler wordt verwacht dat hij met minder middelen dezelfde kwaliteit levert en dat voor dezelfde prijs natuurlijk. Dat is niet altijd makkelijk. Luis is goed biologisch te bestrijden in vruchtgroente zoals tomaat of komkommer. In sla of pot- en perkplanten is dat niet zo vanzelfsprekend. Er mag in de winkel namelijk geen geparasiteerde luispoppen in de sla zitten en ook kan er niet per ongeluk een natuurlijke vijand meekomen.
Luis zit tussen de blaadjes
Sla wordt als heel gewas verkocht en de luis verstopt zich tussen de blaadjes. Die moeten er dus echt allemaal uit zijn. Vroeger werd een middel preventief toegediend bij de wortel, waardoor de plant zijn hele levenscyclus beschermd was. Dat middel mag straks niet meer. Nu moeten tuinders met andere middelen bovengronds gaan spuiten. Wekelijks. Want de middelen werken minder lang, minder breed en door de bovengrondse toepassing moet jong blad elke keer weer behandeld worden. Tuinders zijn bang dat zij giftige dampen gaan inademen door de bovengrondse toediening. Bovendien bestaat er de kans dat de luizenpopulatie resistent wordt (de zwakke diertjes gaan dood, de sterke overleven en vermenigvuldigen zich) doordat er geen alternieve middelen meer zijn.
Glastuinbouw Nederland
In opdracht van Glastuinbouw Nederland ging Eveline Stilma van InnoPlant in gesprek met sla- en pot- en perkplanten telers. Zij bracht knelpunten van telers in kaart en bedacht oplossingen aan de hand van ‘Biomimicry’. Biomimicry is een techniek om de natuur als voorbeeld te nemen voor het vinden van biodiverse oplossingen. De techniek biedt handvaten om verder te kijken dan bestaande oplossingsrichtingen met de natuur als uitgangspunt. Nou, de natuur bleek heel wat oplossingen op de plank te hebben liggen! Het rapport dient voor Glastuinbouw Nederland ter inspiratie voor het indienen van nieuwe onderzoeksaanvragen.
Luis
Een luis vermenigvuldigt zich heel snel. In de natuur hoeven er maar een paar individuen te overleven om als soort succesvol te zijn. Een hele kolonie luizen vliegt na de geboorte weg en individuen laten zich willekeurig vallen. Valt een luis op een hostplant heeft het geluk, is dat niet zo dan heeft een luis nog ongeveer drie keer energie om opnieuw op te springen. Als een luizenkolonie een kas komt binnenvliegen is het succes bij willekeurig neervallen extreem groot. Een luis zoekt gevoelig blad op en is daardoor eerder aangetrokken tot de kleur geel dan tot de kleur groen. Luizen reageren ook op geur. En, wat gebeurt er buiten de kas? Welke gewassen trekken luis aan en welke gewassen de natuurlijke vijand? Kun je een keuze maken in gewassen buiten de kas om zo de druk van buiten naar binnen te beperken? Bij elke oplossingsrichting is het zoeken naar het effect, de complexiteit van de oplossing en de mogelijkheid om het in te passen in de bedrijfsvoering.
Over de auteur, Eveline Stilma
Eveline Stilma is doctor in de plantenteelt, gepromoveerd op biodiversiteit in de landbouw en eigenaar van InnoPlant. Een adviesbureau voor innovatieve plantenteelt.
Zij is gespecialiseerd in het ontwerp en ontwikkeling van innovatieve teeltsystemen. Die ecologisch zijn, economisch en technisch uitvoerbaar en sociaal haalbaar!
Stuur deze blog vooral door naar geïnteresseerde collega’s, familie of vrienden! Ben je nog geen abonnee, meld je aan voor nog meer berichten! De nieuwsbrief komt maandelijks uit en afmelden is altijd mogelijk.
Wil je kennismaken met Eveline, maak dan hier een afspraak
Eveline, ik woon tegenwoordig in Delft (dus we kunnen niet meer ‘napraten’ bij Pampus), daarom dan maar hier:
Zo lang er nog één boer de moeite wil nemen om biologisch te gaan. ben ik bereid daarvoor (extra) te betalen. En bij mijn AH hier praat ik regelmatig met mensen die er net zo over denken. Ga dus vooral door.
Overigens ben ik hier lid van ‘Buiten Leeft”, een CSA-tuin. Allemaal mensen die bijna net zo gek zijn als ik. Nog leuker dan roeien.
Gr van Luc
Hallo Luc,
Leuk van je te horen en dat je in Delft in de CSA tuin mensen tegenkomt waar je het goed mee kan vinden. Zo werkt dat ook.
Het is niet óf óf, het is én én, roeien is ook leuk! :). Maar inderdaad veel roeiers bij Pampus hebben enigszins groene vingers, maar dus nog niet zo groen als de leden van de CSA tuin in Delft, oké. Het zijn ook roeiers. Al hoor ik hier geluiden dat ze op de roeivereniging druk bezig zijn om de omgeving rond het clubhuis nog groener in te richten, mét eetbare gewassen.
Groet, Eveline